-
1 распростереться
zich uitstrekken, zich uitbreiden -
2 распростираться
zich uitstrekken, zich uitbreiden -
3 расстилаться
zich uitstrekken, zich uitbreiden -
4 растягиваться
zich uitstrekken, zich rekken -
5 растянуться
zich uitstrekken, zich rekken -
6 распространяться
v1) gener. kankeren, omlopen, rondlopen, zich uitbreiden, zich uitstrekken (tot-íà), zich voortplanten, aanwoekeren, circuleren, in omloop zijn (о слухах), om zich heen grijpen (о болезни и т.п.), uitweiden, veld winnen (о мнении), voortwoekeren, zich verbreiden, zich verspreiden2) liter. klinken (о славе и т.п.) -
7 тянуться
rekken ; zich uitstrekken ; duren -
8 простираться
vgener. reiken, zich uitstrekken, lopen (h, z) (о горах), strekken -
9 развалиться
vgener. in puin storten, zich uitstrekken -
10 раскинуться
vgener. zich uitstrekken (tot-íà) -
11 растянуться
vgener. zich uitstrekken
См. также в других словарях:
Hand — 1. Alle Händ voll to dohne, seggt de ol Zahlmann1, on heft man êne. (Insterburg.) – Frischbier2, 1469. 1) Der Name eines Feldwächters in Insterburg. 2. Alten Händen hilft kein Nagelschminken. – Laus. Magazin, XXX, 251. Russisch Altmann V, 85. 3.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon